MEER OVER STUIFMEEL

Stuifmeel is de veroorzaker van hooikoorts. Als ervaringsdeskundige met hooikoorts heb ik voor mijn PROEVE-VAN-MEESTERSCHAP onderzoek hier naar gedaan. Tevens ben ik zelf ook imker, het is dus heel bijzonder dat deze twee dingen samen mogen komen in dit onderwerp.

STUIFMEEL - POLLEN

Er wordt gesproken over stuifmeel en pollen, maar wat is het verschil?
Helemaal niets, het betekent allebei hetzelfde.

We hebben het hier over het mannelijke gedeelte van een bloem.
De pollen verspreiden zich en komen op het vrouwelijke gedeelte van een bloem wat bestuiving heet.
Je spreekt trouwens niet over één pol, dat noem je een pollenkorrel of stuifmeelkorrel.

Met het blote oog is een enkele pollenkorrel bijna niet waarneembaar.
De grootste pollenkorrels zijn te vinden in de komkommerfamilie, deze zijn zo’n 0.35mm groot.
Vergelijk dit met een van de kleinste in formaat pollenkorrels, van het vergeet-mij-nietje, deze zijn 0.005mm groot, (of klein)!

Grotere pollenkorrels hebben meer variatie in vormen en uitstulpingen, de kleinste zijn vaak eenvoudiger van vorm. Die vormen van pollen zijn heel
fascinerend wanneer je ze onder de elektronenmicroscoop ziet. Deze maakt de pollenkorrel goed zichtbaar. Je zult je zeker verwonderen over al dit
onzichtbare natuurschoon. Tip: zoek op internet eens naar pollenafbeeldingen.

Stuifmeel als kunst, onderdeel van een tweeluik, creatie en foto Marja Grootenboer - van den Ende

NUT STUIFMEEL

Een lesje biologie in het kort: Stuifmeel is het mannelijk gedeelte van een plant en bevindt zich in de bloemen van planten, struiken en bomen.
Het ligt hier netjes opgeslagen in de helmhokjes totdat het rijp genoeg is.
Wanneer de stuifmeelkorrels volgroeit zijn springen de helmhokjes open. De korrels vinden hun weg naar buiten door de wind,
insecten of door water, om zo bij het vrouwelijk gedeelte, de stamper, van eenzelfde soort plant terecht te komen.
Is de bestuiving geslaagd dan volgt hierna het proces van bevruchting.
Uit de stuifmeelkorrel komt een kiemspore die samensmelt met de kern van de eicel in de stamper, het vrouwelijke gedeelte van de plant.
Deze samensmelting groeit uit tot zaad. De zaden kunnen omgeven worden door een vrucht,
denk aan een appel met de pitjes (zaden) binnen in de vrucht of een aardbei met de zaden aan de buitenkant.

De verspreiding van dit zaad gaat via mens, dier en water. Het zaad kan ook verpakt worden met vleugels, denk aan de paardenbloem of de zaadjes van de linde die als helikoptertjes door de lucht vliegen om zich te laten verspreiden. Dus zowel bij de verspreiding van stuifmeel als zaad wordt gebruik gemaakt van wind, dieren (mensen) of water.

Zaad is het product van bestuiving en is heel belangrijk voor de voedselketen voor mens en dier. Dus stuifmeel is zeker heel erg nuttig.
Maar stuifmeel kan ook heel lastig zijn wanneer je hier allergisch voor bent.



Het goede van stuifmeel samengevat in een bloemschikking, creatie Marja Grootenboer - van den Ende, foto Thierry Schut

BESTUIVING

Bestuiving vindt plaats via de wind, door water of door insecten.

Planten die door de wind bestoven worden, hebben minder kans op een geslaagde
bestuiving als door insecten. Daarom maken windbestuivers veel meer stuifmeel aan als insecten bestuivende planten.

Een mooi voorbeeld is de berk, de vele katjes aan een berkenboom bevatten zoveel stuifmeel, soms tot zes miljoen korrels per aartje. Wanneer de katjes rijp zijn gaat de wind erlangs en wordt het stuifmeel meegenomen om mogelijk te belanden op het vrouwelijk gedeelte van een andere berkenboom.

Een bloem die door insecten bestoven wordt heeft veel minder stuifmeel nodig, zo bevat een bloem van de Calluna slechts 4400 pollenkorrels, deze wordt door bijen bestoven.

Een honingbij vliegt van bloem tot bloem met stuifmeel onder haar buikje en op haar pootjes. Bij de ene bloem neemt ze stuifmeel mee en zonder dat ze het in de gaten heeft valt het er bij de andere gelijksoortige bloem naar beneden op het vrouwelijk gedeelte. De honingbij krijgt als beloning voor dit werk het nectar uit het hart van de bloem, waarvan de bijen in de kast honing maken.

Windbestuivende bloemen (grassen) en insectenbestuivende bloemen (de meeste snijbloemen) laten in de huiskamer allebei hun pollen los, deze komen in de atmosfeer terecht en worden ingeademd. Het is dus een fabel dat insectenbestuivende bloemen wel in een boeket gebruikt kunnen worden voor iemand met hooikoorts.

Honingbij op duinroos, foto Marja Grootenboer - van den Ende

WEETJES:

- Bijen halen in het seizoen het eerste stuifmeel uit sneeuwklokjes

En het laatste stuifmeel van het seizoen uit de bloeiende klimop plant.

- Een imker wordt heel blij als
hij/zij in februari de eerste
stuifmeelklompjes aan de
pootjes van de bijen de kast
in ziet gaan. Dit is het teken dat de koningin weer eitjes legt!

- Een bij maakt een bijendans
in de bijenkast om
aan andere bijen te vertellen waar de meeste stuifmeel en nectar te halen valt.

- Bloemen doen hun best
insecten te lokken door
hun kleur en de vormgeving
van de landingsbaan, kijk
maar naar het hart van
bloemen!

- Bijen zien kleuren anders,
zoals bijvoorbeeld de
rode papaver, de bij ziet
deze als een zwarte bloem.
- Stuifmeelkorrels van de berken grassen is zijn niet zointeressant voor bijen, dit zijn namelijk windbestuivers en deze pollen bevatten weinig bruikbare stoffen ook de bloemen geven geen nectar.
- Wanneer een bij nectar haalt uit klaver, dan moet deze bij voor een volle lading pollenklompjes wel
585 klaverbloemen bezoeken.